Samen met Daniël a Virgine Maria staat Michaël van de H. Augustinus aan de oorsprong van de Karmel in Boxmeer. Hij wordt geboren op 15 april 1621 als Jan van Ballaer. Zijn ouders, Jan en Catharien van Ballaer, zijn zeer vroom . Uit het gezin werden acht jongens priester en kloosterling. Na zijn studie, aan het college van de paters Augustijnen begint Michael zijn noviciaat in 1639 in de Karmel van Leuven. Een jaar later doet hij zijn professie. Hij studeert filosofie in Gent en theologie in Leuven. Hij wordt grondig gevormd in de spiritualiteit van de Karmelorde door de bestudering van de regel en belangrijke geschriften van de orde. Na zijn priesterwijding in 1645 wijdt hij zich met veel ijver aan de geestelijke begeleiding van priesters en kloosterlingen.
Hij wordt filosofiedocent in Gent. Daar begeleidt hij ook Maria Petyt (1623-1677), een Vlaamse mystica, die toegetreden is tot de derde orde. Na haar dood heeft Michaël haar autobiografie uitgegeven. Hij is een belangrijk vertegenwoordiger van de hervorming van Tourraine, waarin de Mariale levenshouding centraal staat: bij en in alles zichzelf afhankelijk weten van Gods gunnende goedheid.
In 1649 wordt hij novicemeester en in 1656 provinciaal. Spanningen tussen Waalse en Vlaamse karmelieten leiden tot de opsplitsing van de Belgische provincie in een Waalse en een Vlaamse provincie. In 1672 reist Michaël met een viertal zusters van de Karmel van Vilvoorde naar Boxmeer om daar het klooster Elzendaal te stichten.
Michaël van de H. Augustinus heeft veel invloed uitgeoefend op de vorming van jonge karmelieten. Hij heeft belangrijke geschriften bijeengebracht in vier banden onder de naam Institutionum Mysticarum. Belangrijke werken van zijn hand zijn Het devote Leven van Christus en Inleiding in het Lant van de Karmel. Zijn meest beroemde werk is Marie-vormigh Marielijck Leven in Maria om Maria. Het getuigt van zijn diepe Mariadevotie.