De karmelorde heeft een bijzondere devotie voor Maria, Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel. Al op de berg Karmel was een kapel aan Maria toegewijd. De orde is naar haar vernoemd.
Bijbelse gegevens zijn er niet zo erg veel over Maria. De evangelist Lucas vertelt hoe de engel Gabriel haar bezoekt en haar de geboorte van Jezus aankondigt: Zij zal zwanger worden van de Heilige Geest. Ze is op dat moment verloofd met Jozef, maar woont nog niet met hem samen. Het evangelie van Matteüs beschrijft hoe Jozef en Maria naar Egypte vluchten vanwege de dreiging van koning Herodes om Jezus te doden. Na de dood van Herodes vestigen zij zich in Nazareth. Het evangelie van Johannes vertelt dat Maria en de leerling van wie Jezus hield, bij de kruisiging aanwezig zijn. Jezus wijst Maria aan als de moeder van de leerling en de leerling als de zoon van Maria. Soms wordt deze leerling vereenzelvigd met Johannes.
Oude overleveringen die ook te vinden zijn in het apocriefe Proto-evangelie van Jakobus, noemen Joachim en Anna als de ouders van Maria. Andere oude traditie vertellen over haar dood en haar ten hemelopneming, die soms in Efeze en soms in Jeruzalem wordt gesitueerd.
Voor de Karmelorde is Maria een modelfiguur vanwege haar ontvankelijkheid voor het Woord van God en haar profetisch engagement met de minsten.
Maria wordt door vele gelovigen aangeroepen. Ze bidden om haar voorspraak. Er zijn vele kapellen, kerken en heiligdommen aan haar gewijd. De plaatsen waar zij is verschenen, zijn uitgegroeid tot belangrijke bedevaartplaatsen. De feestdag van Maria Onze Lieve Vrouw van de berg Karmel is op 16 juli.