Neem de dagen zoals ze komen, de schone met een dankbaar hart
en de kwade ter wille van die volgen, want het ongeluk is maar een voorbijganger.
Het Karmelgebergte
Aan het begin van de 13e eeuw leefde een groep kluizenaars in het Karmelgebergte, in het noorden van het huidige Israël. Deze heremieten bouwden daar een kapel ter ere van Maria. Vandaar dat de Karmelieten later de naam aannamen ‘Broeders van Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel’. Het Karmelgebergte was voor hen een heilige plaats omdat de profeet Elia daar geleefd heeft in de 9e eeuw voor Christus. Ze beschouwden hem als de oervader van hun leefwijze van intieme omgang met God in stilte en gebed.
Verhuizing naar Europa
Op verzoek van de kluizenaars schreef Albertus van Avogrado, patriarch van Jeruzalem, de Karmelregel die hij tussen 1206 en 1214 aan hen overhandigde. In 1247 gaf paus Innocentius IV zijn goedkeuring aan deze Regel. De oorspronkelijke tekst had toen al enkele wijzigingen ondergaan naar aanleiding van de verhuizing van de monniken naar Europa. Rond 1235 waren zij door de oprukkende Saraceense legers van de berg Karmel verdreven. In Europa sloten de Karmelieten zich aan bij de beweging van de bedelorden. Zij vestigden zich in de steden en hielden zich naast hun beschouwende leven bezig met pastorale zorg en onderwijs.
De Tweede en Derde Orde
Vanaf 1452 konden ook vrouwen lid worden van de Karmelorde. Deze tak, gesticht door Joannes Soreth, wordt tweede orde genoemd. De tweede orde kent uitsluitend contemplatieve kloosters oftewel ‘slotkloosters’. De zusters werken binnen de muren van het klooster en bidden voor Kerk en wereld. In 1476 werd de derde orde van de Karmel gesticht, eveneens door Joannes Soreth. Deze tak bestaat uit leken die leven en werken buiten de kloosters en die niet de geloften van armoede en zuiverheid afleggen. In 1635 kregen zij een eigen regel.
Groei
Tussen 1900 en 1960 kende de orde een explosieve groei. Karmelieten begaven zich op nieuwe werkterreinen: buitenlandse missie en binnenlands bekeringswerk. Er werden nieuwe kloosters gebouwd en scholen gesticht. In veel parochies en instellingen waren ze pastoraal actief. Vanaf de jaren ’60 van de vorige eeuw werd het aantal karmelieten beduidend minder. Ze trokken zich uit enkele arbeidsvelden terug.
De afgelopen decennia stonden de ontwikkelingen niet stil:
- studie van en vorming in spiritualiteit werd een hoofdtaak van de eerste orde;
- vrouwen konden vanaf de jaren ’80 lid worden van de eerste orde, waardoor gemengde kloostergemeenschappen ontstonden.
- In de jaren zeventig ging in Nederland een aantal zusters van de tweede orde leven volgen een meer open model. Naast aandacht voor contemplatie verrichtten ze ook werkzaamheden in kerk en maatschappij.
Lekenstromingen
Vanaf de jaren 90 van de vorige eeuw ontstonden er twee lekenstromingen: 1) mensen die zich via associatie verbinden met de Karmel en 2) Karmelbeweging. In 1992 verbond de eerste persoon zich met de Karmel. Al snel volgden er meer.
Geassocieerden gaan formeel een relatie aan met de Karmelprovincie op het niveau van spiritualiteit. Associatie is dan ook geen juridische, maar een geestelijke band. De basis van associatie is een roeping, die haar weg zoekt in de eigen leefsituatie en in dienst aan de wereld. De Geassocieerden hebben contact met een communiteit, met een regionale of met de landelijke Karmel. Zij behouden hun zelfstandigheid, maar verbinden zich idealiter in de ‘Gemeenschap van Geassocieerden’. Deze ‘Gemeenschap van Geassocieerden’ is door de prior generaal in 2016 erkend als behorend bij de wereldwijde Karmelfamilie en door de prior provinciaal als een belangrijke beweging binnen de Nederlandse Karmelprovincie. De leden van de gemeenschap oriënteren zich op de Karmelregel en leggen na een ingroeiperiode van ca. 4 jaar de professie af op de Regel. Daarmee zijn zij formeel geassocieerd aan de orde van Karmel.
Karmelbeweging is een beweging van leken die ervoor kiezen om midden in het gewone, alledaagse leven de Karmelitaanse spiritualiteit te beleven. In 1999 werd Karmelbeweging door de prior generaal erkend als kapittel van de Derde Orde. Karmelbeweging kent een horizontale, democratische structuur. Uit haar midden kiest Karmelbeweging elke drie jaar een stuurgroep, die bestaat uit vijf leden. Leden van de beweging spreken bij hun toetreding een lidmaatschapsbede uit waarmee zij hun bereidheid uitdrukken zich te voegen in de traditie van de Karmel.
De broeders en zusters van de Nederlandse Karmel, de geassocieerden en de leden van Karmelbeweging vormen samen de Familia Carmelitana.
Regionale Karmels: Van recente datum is de ontwikkeling van regionale Karmels (Karmel Twente, Karmel Den Haag, Karmel Dordrecht, Karmel Oss, Karmel Noord en Karmel West). Belangrijk uitgangspunt bij deze regionale Karmels is dat zij bezien worden vanuit het Latijnse woord ‘convenire’: samenkomen, bijeenkomen. In deze Karmels komen leden van de Familia Carmelitana en belangstellenden regelmatig samen voor gebed, bezinning en ontmoeting. De Familia kent sinds 2006 een overlegstructuur waarin de vier geledingen (Eerste en Tweede Orde, Geassocieerden en Karmelbeweging) gelijkwaardig participeren, onder de naam: ‘Samenkomst Karmelfamilie’.