Zondag 15 december 2024

Lucas 1, 39-45 – vierde zondag van de Advent

We hoorden het prachtige verhaal over het bezoek van Maria aan haar nicht Elisabeth. Twee moeders in verwachting ontmoeten elkaar: een gewoon gebeuren, maar tegelijk een diepe ontmoeting: beide zijn ze bezield door de heilige Geest en de kinderen die zij dragen zullen van grote betekenis zijn voor Israel en heel de mensheid.

Maria heeft van de engel Gabriel gehoord dat zij moeder van Jezus zal worden. Ze is bereid, in geloof heeft ze ja gezegd. Daarna vertrekt zij uit Nazareth maar het huis van Zacharias, dichtbij Jerusalem, naar haar nicht Elisabeth, die ook in verwachting is.  Ze is al in haar zesde maand. Beide mochten ze aan de lijve ervaren dat bij God niets onmogelijk is.  “Hij, die machtig is, doet wondere dingen,” zal Maria uitzingen.

In de ontmoeting tussen Maria en Elisabeth spelen zich wonderlijke dingen af. Tot nu toe hebben beide vrouwen hun geheim in hun hart bewaard. Maar nu is het anders. Vervuld van geloof en diepe vreugde prijst Elisabeth Maria zalig. En Maria jubelt het uit van vreugde en dankbaarheid en zingt haar lof uit naar God toe, de Allerhoogste.

In deze ontmoeting van beide vrouwen is er ook de ontmoeting van Jezus en Johannes. Jezus in de schoot van Maria, en Johannes in de schoot van Elisabeth. Hij, die het leven zelf is, krijgt het leven van Maria als kind van de mensen en Johannes , het kind van Elisabeth zal de voorloper worden van Jezus en de laatste van de profeten zijn. Hij zal de Messias aanwijzen en Hem zien.
Wat een wonderlijke ontmoeting in het huis van Zacharias: God bezoekt zijn volk.

Het is bij God altijd te doen om “ontmoeten”. Een ontmoeting is bevrijdend. God wil niet degene zijn, die hoogverheven troont in den hoge, ver van de mensen. God is ‘nabijheid’ aanwezigheid’. Hij vindt zijn vreugde bij de  kinderen der mensen te zijn. Dat valt op in het evangelie van vandaag.

Na de geboorte van Johannes zal Zacharias uitjubelen: “Geprezen zij de Heer, de God van Israel, want Hij heeft zijn volk verlost en bezocht”. God komt ons nabij in Jezus. Niets menselijks is hem vreemd. “Hij is aan de mensen gelijk geworden”.

Jezus wil ook ons ontmoeten. Hij komt in stilte, onopvallend zelfs, zwijgend. Altijd is God in Jezus naar ons op zoek. “Altijd zijt Gij naar ons op weg”, bidden wij in een eucharistisch gebed. Op Jezus passen de woorden: “Zie ik sta aan de deur , en ik klop. Als iemand mijn stem hoort en de deur opent, zal ik bij hem binnenkomen en maaltijd met hem houden en hij met Mij.”.

Iedere ontmoeting met Jezus vervult de gelovige met de heilige Geest. En precies daarin ligt de bron van zuivere vreugde. Wat hier in het evangelie opvalt is dat Maria Jezus tot bij Johannes brengt. Het is alsof ze hier doet, wat ze later bij de bruiloft in Kana tot de bedienden zal zeggen: “Doet maar, wat Hij u zeggen zal”.

Maria verwijst altijd naar Jezus, nooit naar zichzelf. In de litanie van Maria wordt zij ook de ark van het verbond genoemd. De ark van het verbond was bij de Joden het teken van de aanwezigheid van God te midden van de zijnen. Maria is de draagster van de Zoon van God, ze stelt Hem tegenwoordig., waar zij gaat. Uit Maria wordt de Messias geboren, zij is de ark van het verbond. Zij is ook het beeld van de kerk. God vindt in Maria letterlijk een thuis: een beeld wat de kerk moet zijn: gastvrij en ontvankelijk, naar God verwijzen. Voorop staat de ontvankelijkheid zoals Maria openstond voor de boodschap van de Engel en vervolgens voelde zij de opdracht, de zending om naar haar nicht Elisabeth te gaan.
Mogen ook wij een beetje zijn zoals Maria: een bescheiden ark van het verbond, dragers van Gods aanwezigheid, zijn licht en goedheid uitstralen en verspreiden.

Is het niet prachtig, dat God ons nodig wil hebben? Maria is hierin voor ons een model, een gids. Zij is een voorbeeld van geloof en overgave, en ook een voorbeeld van eenvoud en nederigheid, die haar eigen kleinheid ziet en Gods grootheid en kracht uitzingt. Ook Elisabeth voelt zich in haar vreugde heel klein “Wie ben ik “, zegt ze “dat de moeder van mijn Heer naar mij toekomt” Ze herkennen dit in elkaar en ze bevestigen elkaar. Want Maria kende ook de twijfel: “Hoe zal dit geschieden”. In de duisternis van het geloof heeft ze zich kunnen overgeven aan de grootheid van God, bij wie alles mogelijk is. Mogen we bemoediging vinden bij Maria in ons zoekend geloven, en troost en kracht in haar overgave. Heilige Maria, moeder van God bidt voor ons en voor alle mensen en breng ons Jezus nabij.

 

 Tjalling van Balen