In de zomer van 1898 meldde de 17 jaar oude Anno Sjoerd Brandsma zich aan de deur van het Karmelklooster in Boxmeer. Die keus om in te treden bij de Karmelorde was niet helemaal vanzelfsprekend. Het kleinseminarie had hij immers bij de Franciscanen in Megen voltooid. Hij koos echter voor een relatief kleine orde, waarin de studie van het geestelijk leven en de verering van Maria meer centraal stonden. Misschien speelde ook zijn broze gezondheid mee, waardoor wat getwijfeld werd aan zijn geschiktheid voor het zware assistentiewerk van de Franciscanen.
De keus voor de Karmel bleek echter een goede te zijn. Op 22 september werd Anno ingekleed en hij nam de kloosternaam Titus aan. In de eenzaamheid van zijn novicencel kwam hij thuis. Nog altijd zijn onder het dak van het Karmelklooster de novicencelletjes te zien. Er was geen enkel comfort. In de winter was het er zo koud dat het water in de waskommen bevroor en in de zomer werd het er snikheet. Titus voelde zich echter in die eenzaamheid thuis. Hij schrijft aan zijn ouders: “Ik ben heel gelukkig hier op mijn cel of onder de fraters, zoals men dat van mij vordert […]. Ik geloof wel […] dat God mij hier geroepen heeft.” Veel later, in de ‘rust’ van zijn Scheveningse cel zal hij nog eens deze gelukservaring beschrijven. Hij voelde God in die stilte bij zich.
Titus werd met Kerstmis in 1901 ernstig ziek. Hij spuwde bloed en moest minstens zes maanden zijn studie onderbreken en bedrust houden. De zieke werd dagelijks bezocht door Hubertus Driessen, die dat jaar docent voor de fraters was geworden. Jaren later beschreef Titus hoe belangrijk die bezoeken waren geweest. Hubertus stimuleerde Titus om na te denken over filosofische kwesties en over hervormingen van de studie in de Karmel. Het werden vrienden voor het leven.
In zijn verdere Karmelbestaan heeft Titus Brandsma nooit meer in Boxmeer gewoond. Hij was echter nog geregeld voor de Vaart, preekbeurten, missiecongressen, retraites en, 40-uren gebeden in Boxmeer te gast. Toen hij in het bestuur werd gekozen en daar langdurig zitting in had, maakte ook zijn bestuurswerk het voor hem noodzakelijk om zo nu en dan het klooster te bezoeken. De oude pater Redemptus Mulder (+ 2004) verhaalde graag dat Titus Brandsma nog vlak voor zijn arrestatie in Boxmeer had overnacht.
Titus heeft in 2020 in Boxmeer een monument gekregen. Het is een profiel van Titus gemaakt van metaal, staande op een koffer. Het staat symbool voor het vele reizen van Titus. De kunstenaar Juul Baltussen heeft het gemaakt. In de pandgang van het klooster staat een kleine replica. Het staat er alsof het er altijd heeft gestaan. Voor bewoners en bezoekers een mooie herinnering aan een bewoner van het klooster die nog lang tot inspiratie zal zijn voor mensen die een Karmelleven zoeken.